020 530 0160

Rechtspraak: borden langs openbare weg dat er nog niet is betaald niet onrechtmatig

Gepubliceerd op 9 oktober 2018 categorieën 

De voorzieningenrechter in Rotterdam vindt het plaatsen van duidelijk leesbare borden langs de openbare weg, met daarop teksten dat een factuur niet (volledig) is betaald niet onrechtmatig. Wel onrechtmatig zijn de mededelingen dat sprake is van oplichting en de dreigementen via tekstberichten.

In deze zaak is een geschil ontstaan over de laatste deelbetaling voor de bouw van een veranda. Eisers hebben de factuur betwist omdat zij van mening zijn dat de specificatie niet klopt. Er zouden uren zijn geschreven op dagen dat de aannemer niet heeft gewerkt. Eisers vorderen dat de aannemer geen onrechtmatige, smadelijke of dreigende uitlatingen meer mag doen en stellen daartoe dat zij in hun eer en goede naam worden aangetast.

In geval van een gestelde onrechtmatige publicatie moet een belangenafweging worden gemaakt tussen de grondrechten vrijheid van meningsuiting en de eerbiediging van de eer en goede naam door niet op lichtzinnige wijze te worden blootgesteld aan ernstige verdachtmakingen en beschuldigingen die op onjuiste en/of onvolledige feiten zijn gebaseerd.

De voorzieningenrechter oordeelt dat het feit dat de specificatie niet klopt, nog niet wil zeggen dat de rekening te hoog is. “De voorzieningenrechter acht mogelijk dat de specificatie van [gedaagde] niet deugdelijk is, maar dat zijn rekening tegelijkertijd wel deugdelijk is.” De voorzieningenrechter kan in een kort geding niet beoordelen wie van de partijen gelijk heeft ten aanzien van de factuur, omdat de kort gedingprocedure zich niet (goed) leent voor bewijslevering. De voorzieningenrechter moet het doen met – zoals in het vonnis wordt aangegeven –de karige gegevens die voorhanden zijn, waaruit niet direct blijkt dat de factuur niet klopt.

 “Daarom acht de voorzieningenrechter het plaatsen van de tekstborden niet onrechtmatig, althans voor zover daar op staat dat eisers niet (alles) betaald hebben. Die mededeling is immers feitelijk juist en heeft betrekking op een zakelijk geschil. Dit valt naar voorlopig oordeel onder de vrijheid van meningsuiting. Eisers zullen begrijpelijkerwijs ongemak ervaren door deze tekstborden maar dat maakt de mededelingen nog niet zonder meer onrechtmatig. In dit oordeel wordt meegewogen dat de vrijheid van meningsuiting juist is bedoeld voor die gevallen waarin de uitlatingen (kunnen) schrijnen. Het recht op vrije meningsuiting zal gewoonlijk niet ingeroepen hoeven te worden bij een eenvoudig praatje over het weer. Voorts wordt meegewogen dat eisers ook de mogelijkheid hebben om in de – kleine gemeenschap – hun eigen visie op het geschil te verspreiden.” 

De mededelingen over oplichting zijn volgens de voorzieningenrechter wel onrechtmatig omdat de aannemer geen bewijs in de procedure heeft gebracht die deze stellingen feitelijk kunnen onderbouwen. Dergelijke uitlatingen mag de aannemer dus niet meer doen. Ook mag de aannemer geen tekstberichten meer sturen waarin wordt gesuggereerd dat hij de veranda laat afbreken en het wel eens uit de hand zou kunnen lopen. De voorzieningenrechter concludeert: “Dit zijn bedreigende berichten en die mogen natuurlijk niet.

Lees de uitspraak hier.

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen