020 530 0160

Rechtbank geen zin in proefprocedure

Gepubliceerd op 12 december 2005 categorieën 

In hoeverre is een merkrecht vatbaar voor overdracht? Over deze belangrijke vraag lopen de meningen uiteen binnen de IE-wetenschap. Advocaat Dick van Engelen schreef een fraai boek waarin hij zijn mening gaf, maar wilde nu ook weleens zijn gelijk via de rechter halen.


Hij begon een procedure tegen zijn eigen kantoor, Ventoux Advocaten. Inzet van het geding: de overdraagbaarheid van het merk VENTOUX. De belangen van het kantoor werden behartigd door zijn kantoorgenoot Suzanne Kaaks. Nu zou je zeggen: het verdient louter lof dat twee advocaten op deze wijze de rechtspraktijk van dienst willen zijn. De rechtbank Utrecht is het daar niet mee eens. De vordering wordt afgewezen wegens gebrek aan belang. Daar voegt de rechtbank nog vilein aan toe:


“De omstandigheid dat in de literatuur onzekerheid bestaat vormt naar het oordeel van de rechtbank een onvoldoende belang nu in de wetgeving en de jurisprudentie geen onzekerheid bestaat. (…) Concluderend leidt de rechtbank uit de wederzijdse stellingen en de overgelegde stukken af dat beide partijen antwoord wensen te verkrijgen op een vraag die enkel in de juridische literatuur speelt. Zij is van oordeel dat deze wens een juridische beoordeling van de onderhavige rechtsvorderingen niet rechtvaardigt.”


Lees hier de uitspraak.

Bron: Rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Christiaan Alberdingk Thijm

publicaties

Gerelateerde artikelen