020 530 0160

Ondertussen in Den Haag – Uber is een taxidienst & vertraging KEI

Gepubliceerd op 19 februari 2018 categorieën 

In deze rubriek worden wekelijksTMC-gerelateerde Kamervragen besproken. Vorige week zijn er vragen beantwoord over de classificering van Uber als een taxidienst door het Hof van Justitie en de achterstanden bij de implementatie van de digitale rechtspraak. Ook zijn ervragen beantwoord over het vermeende gebrek aan capaciteit bij het bestrijdenvan cybercrime.

Hof van Justitie: Uber is een taxidienst
Er werden vragen gesteld door lid Van Dijk (PvdA) over de recente uitspraak van het Hof van Justitiewaarin zij Uber (en diensten die daar op lijken) classificeren als eenvervoersdienst in de zin van het Europese recht. Minister Koolmees (SocialeZaken en Werkgelegenheid) geeft aan dat deze uitspraak geen gevolgen heeft voor Nederland. Vervoersdiensten zoals Uber vallen hier al onder vergelijkbare nationale taxiwetgeving. Chauffeurs die rijden via Uber doen dit op grond van een persoonlijke taxivergunning. Koolmees laat weten dat er op dit moment onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de omvang van het aantal mensen dat werkzaam is in de kluseconomie. Hiermee wil hij meer inzicht creëren in de omstandigheden waarin mensen in deze industrie werken. Hij laat de vraag of Uber aan te merken is als werkgever in het midden. Dit behoort tot de rol van de belastinginspecteur, zegt hij, en bij blijvend verschil van mening kan dit voorgelegd worden aan een rechter om de feiten en omstandigheden van een individueel geval te beoordelen en uitspraak te doen.

Achterstanden bij implementatie digitale rechtspraak (KEI)
Verder kwam er antwoord van minister Dekker (Rechtsbescherming) op vragen gesteld door lid Kuiken (PvdA) over de vertraging die is opgelopen in dedigitalisering van de rechtspraak (project KEI). De minister geeft aan dat de voltooiing van het project inderdaad niet de oorspronkelijke deadline van 2020 zal halen. Als oorzaak van de vertraging noemt hij een incomplete en te optimistische inschatting van het project. Hij kan op dit moment nog niet aangeven hoeveel extra tijd nodig zal zijn voor de implementatie. Dekker verwacht pas in het voorjaar een eerste oordeel te kunnen geven over de verdere vormgeving van de digitalisering.

Politie heeft te weinig capaciteit voor het bestrijden vancybercriminaliteit
Ook kwam er antwoord op mondelinge vragen gesteld door lid Van Nispen (SP) over het bericht van de Telegraaf waarin zij betogen dat er te weinig capaciteit is bij de politie voor bestrijding van cybercriminaliteit. Dit zou blijken uit interne documenten. In zijn antwoord benadrukt minister Grapperhaus (JenV) het belang van digitale opsporing en de focus op cyber. Hij geeft aan dat de berichtgeving gaat over interne stukken en een conceptmemo, onderdeel van het besluitvormingsproces omtrent budgettering. Volgens de minister wordt er wel degelijk geld geïnvesteerd in digitale opsporing (onder andere vanuit de nieuwe begroting) en neemt het aantal digitale specialisten toe.

Nieuwe vragen
Er zijn afgelopen week nieuwe vragengesteld over het gebruik van open data door particulieren die websites en appsom informatie online zonder winstoogmerk beschikbaar te maken indien anderen,bijvoorbeeld (semi-)overheden, dit ook beschikbaar maken. Tenslotte zijn er vragen gesteld over het proefschrift van Marlies van Eck voor de Universiteit van Tilburg. Zij stelt dat burgersonvoldoende beschermd zijn wanneer de overheid gebruikmaakt van computers bijhet nemen van besluiten over zaken als AOW en kinderbijslag.

Antwoorden op deze vragen zijn binnenkort te lezen op onze blog.

Met dank aan Daniela Aben

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Nina Lodder

publicaties

Gerelateerde artikelen