020 530 0160

CBb: UBER moet overtreding ‘Taxiwet’ stoppen.

Gepubliceerd op 8 december 2014 categorieën 

In haar uitspraak vandaag heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven het verzoek van Uber International B.V. (“Uber”) om het besluit van de Minister te schorsen afgewezen. Kort gezegd verbiedt dit besluit van 11 november 2014 Uber om de taxidienst UberPOP aan te bieden met chauffeurs zonder taxivergunning. Als stok achter de deur bevat het besluit een dwangsom.

UberPOP is in juli 2014 door Uber in Amsterdam gelanceerd. UberPOP stelt de gebruiker in staat om met de Uber app een ritje te boeken bij een particuliere chauffeur met zijn eigen auto, in de woorden van Uber: het “neefje van carpoolen”. Aan de chauffeurs worden door Uber eisen gesteld, maar een taxivergunning is daar niet één van. En dat is nou net wat de wet vereist voor het mogen aanbieden en verrichten van taxidiensten, zie artikel 76 lid 1 van de Wet personenvervoer 2000 (hierna “Taxiwet”).

Het besluit van de Minister is opgelegd naar aanleiding van een ‘snordersactie’ op 11 oktober 2014 door de Politie Amsterdam en de Inspectie Leefomgeving en Transport, waarbij inspecteurs zijn meegereden met 4 UberPOP chauffeurs. Na afloop van het ritje werden deze aangehouden, en ook zij hebben een last onder dwangsom opgelegd gekregen.

In het vonnis gaat de voorzieningenrechter eerst in op de vraag of de vier chauffeurs inderdaad de Taxiwet hebben overtreden. In dit kader wordt gekeken naar de ‘carpoolbepaling’, welke bepaling carpoolafspraken uitzondert van de werking van de Taxiwet, artikel 2 lid 5 Taxiwet. Daar de chauffeurs als economische activiteit taxivervoer aanboden aan onbekenden (en dus buiten de familie- of collega-sfeer) oordeelt de rechter dat er geen sprake is van carpoolen in de zin van de wet. De chauffeurs handelden dus wel in strijd met de Taxiwet door het aanbieden van taxidiensten zonder de vereiste taxivergunning.

Vervolgens kijkt de voorzieningenrechter of ook Uber zelf – als medepleger – in strijd handelt met de Taxiwet. Dat Uber zelf geen auto’s heeft, geen chauffeurs in dienst heeft en geen partij is bij de vervoerscontracten tussen de chauffeur en de passagier, mag niet baten. Uber voert wel een selectie uit op de chauffeurs, het contact met de passagiers komt via de app van Uber tot stand en Uber ontvangt 20% van de ritprijs. Dit acht de voorzieningenrechter voldoende om van medeplegen te kunnen spreken:

Gelet hierop heeft de Minister zich in het besluit terecht en op goede gronden op het standpunt gesteld dat Uber als medepleger artikel 76, eerste lid, van de Wp2000 heeft overtreden door bewust en nauw samen te werken met particuliere chauffeurs zonder taxivergunning die in het kader van UberPOP personen vervoeren per auto tegen betaling.”

Ten slotte kijkt de voorzieningen of er andere (door Uber aangevoerde) gronden zijn waarom het besluit geschorst zou moeten worden. Uber voert onder meer aan dat zij in het duister tast over wat zij moet doen onder de last (het verbod). De voorzieningenrechter ziet hier inderdaad nog wel een verbeterpunt voor de Minister, maar oordeelt dat het voldoende duidelijk is dat er van Uber wordt verwacht dat zij in Nederland UberPOP niet meer aanbiedt, dan wel dat zij in het kader van UberPOP niet meer samenwerkt met particuliere chauffeurs zonder taxivergunning.

Ook voert Uber aan dat het handhaven van de Taxiwet jegens haar onevenredig en niet noodzakelijk is, daar zij kwaliteitseisen stelt voor haar chauffeurs en bovendien binnenkort een wijziging in de Taxiwet verwacht wordt. De voorzieningenrechter is het hier niet mee eens. Zij is van mening dat de eisen die Uber stelt aan de chauffeurs het niet halen bij de eisen voor een taxivergunning. Zo ontbreekt bijvoorbeeld een recente geneeskundige verklaring en een chauffeursdiploma. Ook de wetswijziging, zo die er al komt, zal nog de nodige tijd op zich laten wachten. Een brief van de regering met een aankondiging voor een voornemen tot evaluatie acht de rechter nog niet concreet genoeg om al te kunnen anticiperen op aankomende wetgeving. Ook met de overige verweren van Uber heeft de voorzieningenrechter ten slotte niet veel op.

Voorlopig mag Uber dus nog niet (rechtmatig) met UberPOP de weg op. Echter niet gevreesd, Uber geeft aan gewoon door te gaan met UberPOP!

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Rosalie Heijna

publicaties

Gerelateerde artikelen