020 530 0160

Opnames PowNed toegestaan, uitzending niet

Gepubliceerd op 7 september 2016 categorieën ,

Eind augustus heeft de rechtbank Amsterdam vonnis gewezen in de zaak tussen Onno Hoes, de oud-burgemeester van Maastricht, en omroep PowNed. In deze zaak ging het over de vraag of PowNed, zonder medeweten van de toenmalige burgemeester, een gesprek van  hem mocht opnemen en uitzenden. Het feit dat hij geen wetenschap had van de opnames kwam voort uit het feit dat de gesprekspartner van Hoes door PowNed voorzien was van een verborgen microfoon en camera.

Even kort de feiten: eind 2013 komt Hoes in opspraak nadat foto’s worden gepubliceerd waarop hij zoenend met een 24-jarige man staat.  Hierop besluit PowNed een undercover-journalist met hem op date te sturen. Zonder medeweten van Hoes wordt deze date opgenomen door verborgen camera’s en microfoons van PowNed.

Deze zaak speelt zich af op het snijvlak van twee grondrechten. Enerzijds het recht op privacy uit art. 8 EVRM en anderzijds speelt het (onder andere) in art. 10 EVRM geregelde recht van vrijheid van meningsuiting, op grond waarvan de pers gebeurtenissen en misstanden aan de kaak mag stellen. Welke van deze twee rechten voorrang dient te krijgen, is afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval. Zo speelt voor de rechtbank het feit dat Hoes een publiek figuur is mee, evenals zijn eigen inbreng in de totstandkoming van de gebeurtenis en in het speciaal de manier waarop PowNed de beelden heeft verkregen.

De rechtbank is van oordeel dat Hoes en zijn privéleven vanwege de affaire van het jaar daarvoor logischerwijs in de publieke belangstelling stond. Ook het feit dat er vanuit de gemeenteraad was toegezegd dat een herhaling zou leiden tot verdere acties speelt mee om tot dit oordeel te komen. Dit beperkt zich echter wel tot situaties waarin Hoes door zijn gedrag of uitlatingen het ambt van burgemeester in diskrediet zou brengen.

Wat betreft het opnemen met verborgen camera’s stelt de rechtbank dat het opnemen zelf niet ongeoorloofd was, omdat dit noodzakelijk was om een misstand aan de kaak te stellen. Enerzijds is het aannemelijk dat Hoes zich anders had gedragen indien hij wist dat er camera’s aanwezige waren. Anderzijds zou het bewijzen van misstapen een stuk lastiger zijn indien het slechts was gestoeld op de verklaring van de gesprekspartner. 

De rechtbank volgt PowNed dus wat betreft de opnames, maar niet wat betreft het uitzenden ervan. Volgens de rechtbank voegt het uitzenden van de opnames niets toe aan het publieke debat. De ontmoeting heeft geen ernstige misstanden aan het licht gebracht en de ontmoeting tussen de twee mannen was al bekend. Ook de omstandigheid dat PowNed Hoes niet om commentaar heeft gevraagd voor het uitzenden van de beelden kwam de rechtmatigheid van de uitzending niet ten goede. Ten slotte speelde nog de omstandigheid dat PowNed geluidsfragmenten van een ander gesprek heeft toegevoegd aan de beelden. Volgens de rechtbank is dit misleidend, aangezien de setting van het gesprek relevant was voor de lading van de uitlatingen. Al deze factoren leiden voor de rechtbank tot het oordeel van onrechtmatigheid wat betreft de uitzending.

Door de uitzending te bestempelen als onrechtmatig wordt de vrijheid van meningsuiting beperkt. Een dergelijke beperking is alleen mogelijk als die beperking proportioneel is en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Volgens de rechtbank is daarvan sprake in dit geval. Hierdoor zal PowNed de geleden schade van Hoes moeten vergoeden. Daarnaast mogen de beelden niet opnieuw uitgezonden worden.

Met dank aan Daan Frowijn

Bron: rechtspraak, boek9
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Mike Landerbarthold

publicaties

Gerelateerde artikelen