020 530 0160

Hypotheek Visie Centrale mag niet meer worden belasterd

Gepubliceerd op 9 september 2005 categorieën 

Een ex-franchisenemer van de Hypotheek Visie Centrale B.V. is door de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Dordrecht 8 september 2005 verboden direct of indirect in de media nog langer negatieve mededelingen te doen. De ex-franchisenemer mag niet meer melden dat door de Centrale franchisenemers zou worden aangespoord “provisiegedreven” te adviseren, voor onverwacht hoge kosten worden gesteld en hij persoonlijk zou zijn “uitgemolken”. Op de voorpagina van de Financiële Telegraaf van de eerst mogelijke vrijdag- of zaterdageditie moet hij een rectificatie plaatsen voor eerdere onjuiste berichten van deze strekking.  


In zijn vonnis overweegt de Voorzieningenrechter dat de ex-franchisenemer zijn berichten niet kan onderbouwen met feiten. Dat weerhoudt kandidaat-franchisenemers een overeenkomst met de Centrale te sluiten. Daardoor lijdt de Centrale schade. Daarom mogen zulke berichten niet lichtvaardig worden geuit. Aangezien de ex-franchisenemer is doorgegaan met de berichten nadat hij was gesommeerd te stoppen, is de vrees, en daarmee een verbod met dwangsommen erop gerechtvaardigd.


De rechter ziet echter geen aanleiding voor  het opleggen van lijfsdwang aangezien de dwangsommen gewoon op de ex-franchisenemer kunnen worden herhaald. Ook wordt niet het door de Centrale gewenste verbod toegewezen zich niet meer “laatdunkend” uit te laten. “Van de [ex-franchisenemer] kan niet verwacht worden dat hij een mening verkondigt die niet de zijne is“, aldus de Voorzieningenrechter. Vanwege de vrijheid van meningsuiting bepert  hij het verbod tot de specifiek (hierboven aangegeven) berichten.


Het vonnis bevat ook een interessante procesrechtelijke beslissing. Volgens de franchise overeenkomst tussen de Centrale en de ex franchisenemer had het geschil moeten worden opgelost met arbitrage. Nu is de procedure ook ingesteld door de directeur van de Centrale in persoon. Daarmee heeft de ex-franchisenemer geen overeenkomst. De Voorzieningenrechter vindt echter dat niet aannemelijk is dat in spoedarbitrage op vergelijkbare termijn een beslissing kan worden genomen, en verklaart zich daarom niet onbevoegd.


 

Bron: www.rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Doeko Bosscher

publicaties

Gerelateerde artikelen