020 530 0160

HvJEG: herroepingsrecht zwaar, maar niet absoluut

Gepubliceerd op 8 september 2009 categorieën ,

Het Hof van Justitie heeft op 3 september geoordeeld dat de richtlijn Koop op Afstand (97/7/EG) niet toelaat dat lidstaten in hun wetgeving een regeling opnemen die in algemene zin bepaalt dat de verkoper bij een tijdige herroeping door een consument, van die consument een vergoeding kunnen eisen voor het gebruik van het verworven goed (zaak C-489/07).

In deze zaak ging het om de koop van een tweedehands laptop op 2 december 2005. Messner kocht deze via internet  van Krüger voor € 278,-. De door Krüger gehanteerde algemene voorwaarden bepaalden dat de koper bij tijdige retournering een vergoeding moest betalen indien het goed als gevolg van normaal gebruik in een slechter staat zou verkeren dan bij verkoop.

In augustus 2006 (acht maanden later) was er een defect aan het display van de laptop. Krüger weigerde het defect gratis te repareren en Messner ontbond de koopovereenkomst en bood aan de laptop tegen terugbetaling van de koopprijs aan Krüger terug te zenden. Zij vorderde in rechte terugbetaling van de kooprijs. Krüger verweerde zich met het argument dat Messner voor het gebruik van de laptop gedurende ongeveer acht maanden een vergoeding moest betalen.

De hoogste Europese rechter ging in dit verweer dus niet mee. Het Hof brengt echter wel een belangrijke nuancering aan op de regels uit de richtlijn die mogelijk geïnspireerd is door de feiten in deze casus. Zonder die nuancering zou de uitkomst ook wel onrechtvaardig zijn: acht maanden lang een laptop gebruiken en daarna het volle aankoopbedrag terugkrijgen.

De richtlijn, zo beslist het Hof, verzet zich er niet tegen dat de consument wordt verplicht tot het betalen van een vergoeding voor het gebruik van een goed, wanneer dit gebruik heeft plaatsgevonden op een wijze die onverenigbaar is met de beginselen van burgerlijk recht, zoals dat van de goede trouw of van ongerechtvaardigde verrijking. Dit voor zover geen afbreuk wordt gedaan aan de doeltreffendheid en effectiviteit van het herroepingsrecht, hetgeen de nationale rechter dient vast te stellen.

Het zou mij verbazen als de nationale– in dit geval Duitse – rechter deze nuancering niet aangrijpt om de koper in dit geval op de vingers te tikken waarmee zij zelf acht maanden lang ongerechtvaardigd verrijken zelf heeft zitten tikken. Ook de consument is geen heilig boontje.

Lees hier de uitspraak.

Bron: Hof van Justitie EG
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen