020 530 0160

Hof Amsterdam: publicatie artikel en beschikbaarheid digitaal archief niet onrechtmatig

Gepubliceerd op 15 februari 2017 categorieën , ,

Het hof Amsterdam heeft recentelijk een interessant arrest gewezen. Het gaat in deze zaak om het volgende; Erdee is uitgeefster van het Reformatorisch Dagblad (hierna: RD). Het archief van deze krant is te vinden op twee websites. Geïntimeerde en zijn vader hebben vanaf de jaren 90 bemiddeld bij de emigratie van Nederlandse agrariërs naar Oost-Europa, waarna vervolgens enkele zakelijke conflicten zijn ontstaan. In het RD verschijnt een artikel over deze conflicten. Geïntimeerde vordert dat het artikel onrechtmatig wordt verklaard, openbaarmaking van het artikel op internet door Erdee zal worden gestaakt en dat het gepubliceerde artikel niet vindbaar zal zijn door middel van zoekmachines.

Beoordeling

Onrechtmatig

Het hof acht het artikel niet onrechtmatig. Hiertoe overweegt zij het volgende:

3.6.1.  Samengevat komt het voorgaande erop neer dat de in het artikel jegens [geïntimeerde] en zijn vader geuite beschuldigingen ten tijde van de publicatie daarvan in 2005 voldoende steun vonden in het beschikbare feitenmateriaal, althans dat de daarbij aangedragen feitelijkheden door [geïntimeerde] niet of onvoldoende zijn bestreden. Voor zover de beschuldigingen door derden zijn geuit en niet door ander feitenmateriaal worden ondersteund, zijn deze op voldoende duidelijke wijze toegeschreven aan deze met name genoemde personen en is daar in het artikel in voldoende mate het weerwoord van [geïntimeerde] en zijn vader tegenover gesteld. […]

Geïntimeerde en zijn vader zijn als publieke figuren aan te merken binnen de lezerskring van het RD. Hieruit volgt naar het oordeel van het hof voldoende dat Erdee een journalistiek belang had bij de publicatie en temeer, gelet op de doelgroep, een aanzienlijk belang. Maar ook de feiten waren van voldoende gewicht. Hierdoor prevaleert in dit geval het belang van publicatie boven het belang van geïntimeerde en zijn vader om niet te worden blootgesteld aan verdachtmakingen.

Dat blijvende aanwezigheid van het artikel in het archief op het internet kan leiden tot grotere en langduriger reputatieschade, mede vanwege de vindbaarheid van het artikel door zoekmachines, heeft niet zonder meer tot gevolg dat de voortdurende toegankelijkheid van het artikel op de website alsnog onrechtmatig is. Het hof acht hiervoor bijzondere omstandigheden nodig en het door de geïntimeerde aangevoerde tijd en vindbaarheid van het artikel middels zoekmachines, zijn dit niet. Hieraan kan onvoldoende gewicht worden toegekend om tot onrechtmatigheid te leiden.

Vindbaarheid door zoekmachines

3.7.3     Het hof overweegt dat de onderhavige vorderingen zijn gericht op het onvindbaar maken van het artikel in zoekmachines, gebruik makend van de volledige namen van [geïntimeerde] en zijn vader. De verwerking van persoonsgegevens waarop de vorderingen betrekking hebben, bestaande uit het zoeken van gegevens bij een ingetoetste naam en het weergeven van de zoekresultaten, wordt uitgevoerd door de exploitant van de zoekmachine en niet door Erdee.[…]

Het hof concludeert dat in verband met het gevorderde niet Erdee, maar de exploitanten van zoekmachines zijn aan te merken als verantwoordelijken voor de verwerking van persoonsgegevens. Van Erdee kan dus niet worden verlangd zich in te spannen om te bereiken dat het artikel niet meer vindbaar is middels zoekmachines.

Auteur: Mirli Devilee

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Mike Landerbarthold

publicaties

Gerelateerde artikelen