020 530 0160

Geen recht op inzage bij een fishing expedition

Gepubliceerd op 16 maart 2015 categorieën 

Vonnissen zijn – helaas – over het algemeen vrij saaie stukken tekst, waarin de feiten van de zaak, het juridische kader en het oordeel van de rechter zakelijk uiteen wordt gezet. Niet zo gek, aangezien er jaarlijks zo’n 1,8 miljoen vonnissen worden geschreven. Gelukkig zijn er af en toe kleine pareltjes te vinden in de lappen tekst die door de rechterlijke macht worden geproduceerd.

In een procedure over inzage in bepaalde documenten, kwam ik de volgende tekst tegen:

“In de kern komt het er in deze zaak op neer dat de participanten/commanditair vennoten de waarde van hun participaties hebben zien verdampen. Thans vragen zij inzage in een veelheid aan informatie in de hoop dat daaruit mogelijkerwijs enige aanwijzing kan worden geput dat de door hen geleden schade wellicht mede aan iets (lees: iemand) anders kan worden toegeschreven dan louter tegenvallende marktomstandigheden. Dit in de hoop dat zij enige verhaal biedende partij aansprakelijk kunnen stellen voor die schade teneinde op die wijze alsnog (een deel van) hun verloren investeringen te verhalen. Nu [eiser] in het geheel niet aannemelijk heeft gemaakt dat voor de door hen gestelde ‘bedenkingen’ jegens de beherend vennoten enige reële grond bestaat, ontbreekt voor hen het vereiste redelijk belang bij inzage in de veelheid aan bescheiden ten aanzien waarvan zij die inzage hebben gevorderd. Anders uitgedrukt: de vorderingen van [eiser] zijn in dit geval als louter een ‘fishing expedition’ aan te merken. Daarvoor biedt artikel 843a Rv geen ruimte. Een dergelijk ruim inzagerecht kent het Nederlandse recht (nog) niet.”

Het oordeel van rechter is vrij duidelijk en laat zich als volgt samenvatten: “Als je inzage wil in bepaalde documenten, zal je toch echt eerst een begin van bewijs moeten aanleveren dat je daar een belang bij hebt.”

Toegegeven, een verzoek om inzage in bepaalde documenten zoals bedoeld in deze procedure kan een ingewikkeld verhaal zijn. Als eiser zit je soms met bepaalde verdenkingen ten aanzien van de gedaagde en die verdenkingen wil je kunnen onderbouwen. Een verzoek om inzage op grond van artikel 843a Rv kan dan uitkomst bieden, maar dan moet je wel aan de voorwaarden voldoen. Er moet sprake zijn van (i) een rechtmatig belang, (ii) een concrete rechtsbetrekking waar de eiser partij bij is en (iii) het moet gaan om ‘bepaalde bescheiden’. Of, zoals de rechter het verwoordt:

“Van de eisende partij mag derhalve minimaal worden verlangd dat zij stelt en voldoende motiveert dat haar vordering tot inzage ‘bepaalde bescheiden’ betreft en dat zij een ‘rechtmatig belang’ bij inzage in die bescheiden heeft.”

De eiser in deze procedure zal het er ongetwijfeld niet mee eens zijn, maar aan deze ondergrens heeft de eiser niet kunnen voldoen. Het lijkt er dan ook op dat hier sprake was van een klassieke fishing expedition en daar was deze rechter duidelijk niet van gediend.

Lees het hele vonnis hier.

Bron: rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

publicaties

Gerelateerde artikelen