020 530 0160

Einde geschil Geesink en ex-NOC*NSF voorzitter Blankert

Gepubliceerd op 27 april 2006 categorieën ,

Met de uitspraak van rechtbank Rotterdam van gisteren lijkt een eindpunt te zijn bereikt in het geschil van oud-judoka Anton Geesink en Hans Blankert, voormalig voorzitter van het NOC*NSF.


In het Algemeen Dagblad en Het Parool zijn in 2002 verschillende artikelen verschenen met daarin citaten van Hans Blankert, voormalig voorzitter van het NOC*NSF, over oud-judoka Anton Geesink. De inhoud van de citaten komt er kort gezegd op neer dat Geesink de sport bewust schade heeft toegebracht. Vervolgens sluiten Geesink en Blankert een convenant waarbij zij toezeggen een streep te zetten onder het verleden. Ondanks dat, verschijnen in 2003 verschillende citaten met soortgelijke strekking in het Eindhovens Dagblad en De Telegraaf, en in een interview op Business News Radio. Volgens Geesink heeft Blankert zich onnodig grievend en kwetsend uitgelaten.


In de rechtzaak die Geesink vervolgens aanspant, voert Blankert als primair verweer dat Geesink het betuur van NOC*NCF had moeten aangepreken, en secundair dat hij hoopte dat het verleden was afgedaan door het opstellen van het convenant. Hij erkent van het merendeel van de uitspraken dat deze door hem zijn gedaan. De rechtbank verwerpt het primaire en secundaire verweer maar oordeelt wel dat Blankert onder meer mocht zeggen dat Geesink de sport bewust schade heeft toegebracht. De uitingen betreffen volgens de rechtbank namelijk niet Geesink als persoon maar zijn te beschouwen als een reactie op de kritiek die Geesink heeft geuit op het bestuur van NOC*NSF en op de wijze waarop hij dat heeft gedaan. Hoewel Blankert wist dat de uitingen Geesink zouden raken, is uit niets gebleken dat de uitingen zijn gedaan om Geesink met het doel Geesink te raken en opzettelijk te beledigen. De uitingen zijn ook in hun context niet zodanig te beschouwen. De uitingen hebben betrekking op zakelijke en (door Geesinks eigen toedoen) in hoge mate openbare, althans publiekelijk bekende, gedrag. Nu Geesink een publieke persoonlijkheid is, er slechts een zeer beperkte ruimte is voor subjectieve invulling en kunnen gevoelens van gekwetstheid slecht een beperkte rol spelen bij het oordeel over de onrechtmatigheid. De vrijheid van meningsuiting brengt met zich mee dat Blankert een zekere vrijheid heeft bij het kiezen van zijn bewoordingen die nog groter is bij het ventileren van zijn persoonlijke mening.


Lees hier meer over wat er vooraf ging en hier de hele uitspraak.

Bron: sport.nl, rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Anne-Jel Hoelen

publicaties

Gerelateerde artikelen