020 530 0160

Blaasvaak versus Blaaskaak

Gepubliceerd op 10 maart 2008 categorieën ,

In een recent gepubliceerd vonnis heeft de Rechtbank Alkmaar, sector kanton, locatie Hoorn (die vroeger nog gewoon de kantonrechter te Hoorn heette) geoordeeld dat Blaaskaak B.V. haar handelsnaam dient te wijzigen omdat zij daarmee inbreuk maakt op de oudere handelsnaamrechten van v.o.f. Blaasvaak.


Feiten


Blaasvaak drijft sinds 1997 een onderneming onder de naam Blaasvaak. De bedrijfsactiviteiten zijn verhuur en verkoop van opblaasbare attracties – zoals grote springkussens – en het decoreren van feestzalen en feesttenten. In november 2006 is verweerster de handelsnaam Blaaskaak gaan voeren voor soortgelijke bedrijfsactiviteiten, onder meer de verhuur van (opblaasbare) attracties.


Geschil


Blaasvaak stelt dat de naam Blaaskaak verwarring wekt met de oudere handelsnaam Blaasvaak, gezien de plaats van vestiging van beide bedrijven en de branche waarin zij werkzaam zijn. Blaasvaak verzoekt de kantonrechter Blaaskaak te veroordelen haar naam zodanig te wijzigen dat verdere verwarring wordt voorkomen.


Blaaskaak voert aan dat geen sprake is van overeenstemmende handelsnamen, dat een wezenlijk deel van de naam (namelijk “blaas”) beschrijvend van aard is en dat beide namen bovendien qua betekenis niet met elkaar overeen stemmen. Tenslotte wijst Blaaskaak erop dat zij haar handelsnaam als merk heeft gedeponeerd, waardoor zij het uitsluitend recht heeft op haar naam en merk.


Beoordeling


Artikel 5 Handelsnaamwet (“HNW”) verbiedt een handelsnaam te voeren die identiek is aan of overeenstemt met de handelsnaam die reeds door een ander rechtmatig wordt gevoerd, indien door de aard en/of de vestigingsplaats van de ondernemingen gevaar voor verwarring bij het publiek bestaat.


De kantonrechter oordeelt dat de naam Blaaskaak slechts in geringe mate afwijkt van de oudere handelsnaam Blaasvaak. Hoewel het element “blaas” op zichzelf beschrijvend van aard is, heeft de handelsnaam Blaasvaak als geheel onderscheidend vermogen, zodat deze naam in rechte bescherming verdient.


Met betrekking tot het verwarringsgevaar overweegt de kantonrechter dat de afstand tussen de vestigingsplaatsen van de ondernemingen nauwelijks een rol speelt, nu beide ondernemingen actief zijn in een kleine, specialistische branche, en daardoor al snel in elkaars vaarwater zullen zitten. Het feit dat Blaasvaak al enkele keren is benaderd door personen of instellingen die eigenlijk naar Blaaskaak op zoek waren, bevestigt dat er bij het publiek wel degelijk verwarring bestaat c.q. dreigt.


Het feit dat verweerster haar handelsnaam als merk heeft gedeponeerd helpt haar evenmin verder. Dit depot doet niet af aan de rechtmatigheid van het door Blaasvaak eerder voeren van haar handelsnaam. Verwezen wordt ook naar artikel 2.23 BVIE.


De kantonrechter veroordeelt Blaaskaak haar handelsnaam zodanig te wijzigen dat daarin niet meer voorkomt de combinatie van de lettergreep “blaas” met daarop volgend een enkele lettergreep met een dubbele geschreven “a” of a-klank, op straffe van een dwangsom van € 500 per dag met een maximum van € 50.000.


Noot


1. Moet een handelsnaam onderscheidend vermogen hebben om voor bescherming in aanmerking te komen?


In het algemeen wordt aangenomen dat een handelsnaam in de eerste plaats dient ter beschrijving van de onderneming, en slechts indirect ter onderscheiding daarvan. Hieruit volgt dat men bij de handelsnaam geen al te strenge eisen aan zijn onderscheidend vermogen mag stellen. Ook zuiver beschrijvende handelsnamen zijn geldige handelsnamen. De rechter zal bij een beroep op artikel 5 HNW wel moeten meenemen dat een handelsnaam niet de gewone taal kan monopoliseren. Dit volgt onder meer uit HR 8 mei 1987, NJ 1988, 36 (Bouwmarkt). Beschrijvende elementen in een handelsnaam moeten ook door anderen kunnen worden gebruikt, mits niet op verwarrende wijze.


De uitkomst van de onderhavige procedure was hetzelfde geweest, maar het was zuiverder geweest als de kantonrechter had overwogen dat het voor de bescherming van een handelsnaam onder de HNW in beginsel irrelevant is of een handelsnaam onderscheidend vermogen heeft. Bij de beoordeling van het verwarringsgevaar kan de beschrijvende aard van een handelsnaam wel weer een rol spelen


2. Conflict oudere handelsnaam – jonger merk


De kantonrechter overweegt dat het merkdepot van Blaaskaak niet afdoet aan de rechtmatigheid van de oudere handelsnaam van Blaasvaak. De kantonrechter had hier, naast artikel 2.23 Benelux Verdrag voor de Intellectuele Eigendom (“BVIE”), ook artikel 2.20 lid 1 onder d BVIE kunnen noemen. Op grond van dit artikel kan een de houder van een merk niet optreden tegen een oudere overeenstemmende handelsnaam, omdat dit een geldige reden oplevert.


Andersom kan de rechthebbende op een oudere handelsnaam in beginsel niet optreden tegen een jonger merk; hiervoor bieden noch de HNW noch het BVIE een grondslag. Overigens had verzoekster een dergelijke merkenrechtelijke grond uiteraard niet kunnen inroepen in deze kantongerechtprocedure ex artikel 6 HNW. De bevoegdheid van de kantonrechter is immers beperkt tot de beoordeling of de aangevallen handelsnaam gevoerd wordt in strijd met de HNW.


De beslissing van de kantonrechter is in lijn met de jurisprudentie in zaken waarin een jondere handelsnaam en merk conflicteren met een reeds bestaande (dus oudere) handelsnaam. Niettemin blijft het resultaat altijd een beetje vreemd: Blaaskaak mag deze naam niet langer als handelsnaam gebruiken, maar zij behoudt het recht op haar merk Blaaskaak. De vraag is dan wat er in de praktijk na zo’n vonnis gebeurt. Neemt Blaaskaak haar verlies en gooit zij het zowel met haar handelsnaam als haar merk over een geheel andere boeg, of probeert zij de naam Blaaskaak zodanig te gebruiken dat dit kwalificeert als merkgebruik?



Op dit moment gebruikt Blaaskaak in ieder geval nog steeds de domeinnaam www.deblaaskaak.nl, hoewel zij zich op haar website nu “Het Pretpaleis” noemt. Tijd voor een executiegeschil over de vraag of dit domeinnaamgebruik kwalificeert als handelsnaamgebruik, waardoor Blaaskaak dwangsommen heeft verbeurd?

Bron: Rechtspraak.nl
Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Marieke Neervoort

publicaties

Gerelateerde artikelen