020 530 0160

Annotatie Arrest Endstra-tapes

Gepubliceerd op 20 juli 2007 categorieën 

Noot bij Hof Amsterdam 8 februari 2007, verschenen in AMI LJN: AZ8071, Gerechtshof Amsterdam , 938/06 SKG


W: Hoe is het met de mannen?


J: Alles is goed. Hoe is het met de heer Endstra?


W: Eh.


J: Ziet u hem nog wel eens?


W: Wat zegt u?


J: Ik zeg, ziet u hem nog wel eens?


W: De heer Endstra. Ja, die zie ik nog wel eens, ja, in de spiegel.


Zo begint het tiende ‘achterbankgesprek’ dat Willem Endstra voert met medewerkers van de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE). Het gesprek vindt plaats op 27 augustus 2003, elf dagen nadat vastgoedhandelaar Bertus Lüske is geliquideerd. Het gaat niet goed met Endstra, hij is bang.


De gesprekken lezen als een spannende krimi, met name door de wetenschap dat de getuige, Endstra, later is vermoord. Als een vlieg op de achterruit van de auto luister je mee naar het vraag-antwoord spel van de CIE-rechercheurs en Endstra. Endstra doet quasi-nonchalant en niet zonder humor verslag van de afpersingen en liquidaties van Holleeder. Zo vertelt hij dat Holleeder zichzelf een beest noemt nadat hij tegenover Endstra bekent achter de liquidatie van Sam Klepper te zitten. “Toen zei die: ‘Ik ben een beest, ik ben een beest.’ Ik zeg: ‘Ja, een lieveheersbeestje, bedoel je.'”


De spanning is op de achterbank voortdurend voelbaar. De CIE-rechercheurs praten Endstra volledig naar de mond en stellen hem gerust als hij zijn zorgen uit over zijn penibele situatie. Endstra kiest zijn woorden zorgvuldig. Hij speelt een beschaafd kat en muis spel met de rechercheurs, nooit laat hij het achterste van zijn tong zien. Het slachtoffer van de afpersingen maakt immers zelf ook deel uit van een crimineel netwerk. Hij vermoedt dat justitie hem afluistert, de Fiod zit achter hem aan en er worden foto’s van hem en Holleeder gepubliceerd, die mogelijk zijn gelekt door de Amsterdamse politie.


Enkele passages van de achterbankgesprekken zouden zo uit een toneelstuk van Harold Pinter kunnen zijn gehaald. De stiltes, het door elkaar praten, de onbegrijpelijke reacties, de onverstaanbare teksten, de wrange humor – het zijn de elementen die de stukken van Pinter beroemd maken.


Endstra spreekt tussen maart 2003 en januari 2004 in totaal vijftien keer met de drie CIE-rechercheurs. Op 17 mei 2004 wordt hij geliquideerd. Behalve het eerste en het laatste gesprek worden de “Endstra-tapes” woord voor woord uitgetypt en opgenomen in het strafdossier tegen Holleeder. In mei 2006 verschijnt het boek De Endstra-tapes van Parool-journalisten Bart Middelburg en Paul Vugts, uitgegeven door uitgeverij Nieuw Amsterdam. Het boek bevat de integrale transcripten met enige redactionele aanpassingen en toevoegingen. Ook is een inleiding en een nawoord opgenomen.v 


De twee zonen van Endstra verzetten zich tegen de publicatie van het boek. Volgens de zonen is onder meer sprake van auteursrechtinbreuk.


Lees hier het arrest van het Hof.

Deze blog is automatisch geïmporteerd uit een oudere versie van deze website. Daarom is de lay-out mogelijk niet perfect.
Deel:

auteur

Christiaan Alberdingk Thijm

publicaties

Gerelateerde artikelen